Wegleggen is geen optie. Je leest het boek ‘De oorlog die mijn leven redde’ in één ruk uit, dus misschien is voorlezen helemaal niet zo’n goed idee (kinderen véél te laat in bed). Kimberley Brubaker Bradley maakt enorme indruk met dit boek, en trouwens ook met het vervolg, ‘De oorlog die ik eindelijk won’.
We zien de wereld in 1939, de Londense wereld, vanuit de ogen van Ada. Ada heeft een moeder die zeer ernstig tekort schiet in de opvoeding, speciaal van Ada die een klompvoet heeft en van moeder niet heeft mogen leren lopen, niet naar school mag, voor straf soms in het keukenkastje wordt gestopt, en als het moment daar komt, niet mag evacueren als de kinderen uit Londen naar het platteland gedirigeerd worden vanwege de dreigende inval van de nazi’s. Ada heeft echter zichzelf leren lopen, en smeert hem, samen met haar broertje Jamie.
IJzeren gezicht
Niemand wil het vieze verwaarloosde tweetal hebben. Daarom worden ze door een vrouw ‘met een ijzeren gezicht’, op het dak van Susan Smith geschoven. De moeder wilde de kinderen, zeker Ada, niet hebben, maar Susan zit ook niet bepaald op hen te wachten. Toch ontfermt ze zich over de twee en vat uiteindelijk grote sympathie voor de kinderen op.
Ada blijft zich verzetten; haar zelfbeeld is ontiegelijk laag en ze kán maar niet geloven dat Susan echt voor haar wil zorgen. Maar met vallen en opstaan groeit de band tussen het kind en de vrouw, en Ada heeft verder veel steun aan Butter de pony waar ze zichzelf op leert rijden, en aan Maggie, de dochter van de vrouw met het ijzeren gezicht.
Pittige thema’s
Het zijn pittige thema’s die aan bod komen. Dat wordt niet minder in deel 2 waaraan ik hierboven al refereerde, al zit dat deel zo bomvol thema’s dat ik het iets minder sterk vind dan deel 1.
Ada moet in ‘De oorlog die ik eindelijk won’ een nieuwe confrontatie met haar moeder aangaan. Daarnaast is de Tweede Wereldoorlog in alle hevigheid uitgebarsten, en gaat het boek over de angst van de Britten voor de bombardementen en voor spionnen en voor hun jongemannen die hun levens waagden, en het verdriet over allen die sneuvelden, over de schaarste, de evacuaties.
Dat is allemaal heel pittig. Maar het is niet díe oorlog die Ada uiteindelijk zal winnen. Dat is natuurlijk de oorlog met zichzelf.